Mediabronnen
Menselijke bronnen
Als ik mijn brein als mediumbron beschouw, is dat ook direct de belangrijkste. Er zitten wat leuke geheugenfuncties in, die gevuld zijn met het een en ander aan belangrijke informatie en expertise, zoals ik die door de jaren heen bij elkaar heb gescharreld. Deze informatie is onder andere gekneed en gevormd door het dioptische karakter van mijn grijze massa. Mijn woonplaats Drachten zie ik vooral als een uit zijn krachten gegroeid dorp en niet als een stad. Daarom is het wel handig dat ik contacten heb met stedelijke waarnemers in Groningen en Leeuwarden. Zij kunnen mij ook wijzer maken over wat er speelt in de generatie direct onder mij. Mijn partner geeft mij natuurlijk dagelijks een impressie van wat het vrouwelijk geslacht zoal beweegt. Het is niet veel anders dan bij mannen; het verschil zit misschien in de nuances. Verder zijn er soms contacten met waarnemers In het landelijk gebied en via via met nog jongere generaties dan die direct na mij.
Lidmaatschappen media
Digitaal maak ik vooral gebruik van twee dagbladen, te weten de Leeuwarder Courant (LC) voor de provinciale berichtgeving en Trouw voor het landelijke nieuws. In plaats van de LC zou ik trouwens liever een dagblad lezen dat het gebied van Assen, Drachten en Groningen bestrijkt. Ik heb het een paar keer aangekaart, maar tot nu toe zonder merkbaar succes. Het landelijk nieuws vul ik aan via de nieuwsbulletins op tv, waarbij het NOS Journaal nog altijd mijn voorkeur heeft. Het rtl nieuws zet een vrouw en een man in. Om de beurt mogen ze dan iets zeggen; daar kan ik maar niet aan wennen. Daarnaast selecteer ik via Ziggo op goede films en documentaires, waarbij het Vlaamse Canvas resp. de VPRO eruit springen. Nee, geen Netflix en klonen. Vooral op historische en sentimentele gronden ben ik daarnaast nog tientjeslid van de NCRV, die tegenwoordig een combi vormt met de KRO.
Internetkanalen
Verder is natuurlijk het internet een brede bron van informatie, hoewel daar niet zelden de structuur en de betrouwbaarheid op een laag pitje staan. YouTube is nog steeds belangrijk als het gaat om beeld en geluid. Maar sinds de lerende machines van dit kanaal overgegaan zijn tot het eenzijdig opheffen van mijn account, heeft dit medium een streepje achter. Een tweede aderlating was de opheffing door de gemeente Smallingerland van de campagne 'Drachten wil je meemaken' (DWJM) met daarbij de beide digitale netwerken DWJM Sociaal en DWJM Zakelijk. Er is geen bewaarbeleid van toepassing en dus ben ik afhankelijk van wat ik zelf voor opheffing veilig heb kunnen stellen. Van enkele digitale accounts die ik heb, is LinkeIn de belangrijkste. Vrijwel niet belangrijk meer zijn Facebook en X, voorheen Twitter. Tegenover AI sta ik bijzonder sceptisch, niet in het minst omdat ik mijzelf tot deelkunstenaar heb verklaard. Kunstenaars die zich uiten via AI dreigen volgens mij hun originaliteit te verliezen.
Lokale en sectorale media
Minder frequent, vaak wekelijks of maandelijks, vallen hier in de bus de Drachtster Courant, Actief, het kerkelijk blad Geandewei en verder tijdschriften en brochures, wel of niet digitaal, die verbonden zijn met abonnementen, lidmaatschappen en andere diensten. De lokale bibliotheek is toevallig de beste van Nederland (2024) en draagt dan ook bij aan het geheel van mediabronnen. Regelmatig doet deze bibliotheek aan de verkoop van afgeschreven exemplaren, waardoor er in mijn persoonlijke bibliotheek veel boeken de kenmerken van deze of andere bibliotheken dragen. Dat brengt mij bij de waardevolle cluster van vier kringloopwinkels binnen fietsafstand van onze woning. Ook daar red ik regelmatig papieren en digitale media van verdere verloedering of de volledige ondergang.
Eigen mediatheek
Daarmee ben ik aangekomen bij mijn eigen bibliotheek, bestaande uit boeken, platen, videobanden, cassettebanden, cd's en dvd's en niet te vergeten een scala aan overige papieren, knipsels en digitale bestanden. Deze huishoudbibliotheek wordt weer belangrijker, nu grote instituties meer en meer slachtoffer zijn van spionage, hacks en andere vormen van ondermijning. Wat mijn eigen bieb betreft, noem ik met name de bescheiden collectie op het gebied van science fiction, taal en teken, beeldende kunst, muziek, harde en zachte wetenschappen, ruimtelijke onderwerpen, kosmologie en actualiteiten door de jaren heen. Maar vooral is het een collectie van wat mij interesseert en eerder heeft geïnteresseerd. Wegdoen en opruimen is niet mijn sterkste kant, waardoor ik voortdurend moet woekeren met de ruimte die ik heb, of die ik bij tijd en wijle ten onrechte meen te hebben.
Samenvattende conclusie
Samenvattend denk ik dat ik als empiricus (ervarenschapper) met dit allegaartje van bronnen goed genoeg uit de voeten kan. Bovendien is het onvolledig, want er zit nog groei in. Wel spits ik die groei nu toe op wat nonpolipar voor ogen heeft en hoe ik daar handen en voeten aan wil geven.